Vezels oftewel voedingsvezels zijn stoffen die voorkomen in plantaardige voedingsmiddelen. De afgelopen jaren zijn vezels bekend komen te staan als wonderstofjes. Je moet er een X-aantal gram van eten, anders schaad je je gezondheid. Maar zo simpel is het niet.
Hierbij 5 dingen die je absoluut moet weten over voedingsvezels…
1. Vezelrijk = afvallen
Wat alle vezels met elkaar gemeen hebben, is dat ze niet (of slechts deels) kunnen worden afgebroken door de menselijke spijsvertering. Ze worden dus niet opgenomen door de darmwand, maar verlaten je lichaam via de ontlasting. Hoewel vezels dus geen voedingsstoffen in klassieke zin zijn, bekleden ze wel degelijk een aantal belangrijke functies voordat ze je lichaam verlaten.
Zo dienen vezels als voedingsbodem voor nuttige darmbacteriën. Daarnaast vullen ze je maag, voorkomen ze hongerpieken, stimuleren ze de stofwisseling en spijsvertering, ontgiften ze je lijf, stabiliseren ze je bloedsuikerspiegel en insulineniveau en dragen ze bij aan de preventie van o.a. hoge bloeddruk, hypercholesterolemie, galstenen en bepaalde vormen van (darm)kanker…
Omdat vezels niet worden opgenomen door de darmwand leveren ze geen calorieën. Een voedingsmiddel dat rijk is aan vezels, is vanzelfsprekend ook plantaardig en doorgaans rijk aan water. Ook water levert geen calorieën, dus vezelrijke voedingsmiddelen hebben vrijwel altijd een lage energiedichtheid en zijn doorgaans caloriearm. Als je daarbij optelt dat ze de maag vullen, de bloedsuikerspiegel stabiliseren (en dus vetopslag terugdringen) en hongerpieken tegengaan, kunnen ze enorm bijdragen aan het afslankproces!
2. Variëren is een must
Er zijn heel veel verschillende soorten vezels, zowel oplosbare als onoplosbare. De belangrijkste vezels behoren tot de complexe koolhydraten oftewel polysachariden, maar er zijn ook niet-polysacharide vezels, waaronder lignine. De meeste polysacharide vezels vallen onder de noemer ‘cellulose’. Maar er zijn ook niet-cellulose polysachariden, waaronder hemicellulose, pectine, gomstoffen en slijmstoffen.
Het is niet per se zo dat de ene vezel beter of gezonder is dan de andere. Het belangrijkste is om heel veel verschillende soorten vezels binnen te krijgen. Dit doe je door gevarieerd te eten en zodoende veel verschillende plantaardige voedingsmiddelen te nuttigen.
- Groenten, groenten en nóg meer groenten…
- … Courgette, ui, knoflook, selderij, tomaten, komkommer, witlof etc.
- Vooral ook rauwkost & peulvruchten!
- Zilvervliesrijst
- Volkorenbrood & volkorenpasta
- Aardappels (niet door-en-door gaargekookt en géén puree)
- Gedroogde vruchten (krenten, rozijnen, vijgen, dadels etc.)
- Fruit (inclusief fruitschillen, klokhuizen en eetbare pitten)
- Pinda’s, zaden & noten
- Zeewier (kelp e.a.)
- Paddenstoelen (champignons e.a.)
- Kiemgroenten (taugé e.a.)
3. Te veel vezels zijn ongezond
Toch is het niet zo dat je extreem veel vezels moet eten. Verschillende instanties raden aan om jezelf vol te proppen met vezels, maar dit kan verregaande klachten en risico’s teweegbrengen. Vezels belasten je spijsvertering namelijk enorm en voor een overschot aan vezels heeft je lichaam onvoldoende enzymen voorradig. Een teveel aan vezels is dan ook ongezond en potentieel schadelijk en gevaarlijk.
Een overschot aan vezels kan ertoe leiden dat je ontlasting te snel door je darmen wordt geperst (nog voordat er de nodige voedingsstoffen aan zijn onttrokken) en kan zelfs leiden tot darmklachten en chronische darmaandoeningen.
4. Meer groenten, minder brood
In principe hoeft er met graanrijke producten niet zoveel mis te zijn, maar in Nederland eten we er veel te veel van! Ons dagelijkse dieet wordt beheerst door boterhammen, broodjes en ontbijtgranen. Daarnaast wordt er regelmatig pasta gegeten als avondmaaltijd. En zo af en toe een pizza, croissant, bordje rijst, koekje, gebakje, portie maïs of saus op basis van bloem.
Al met al krijgen we enorme hoeveelheden vezels uit granen binnen. Om die reden zijn er veel Nederlanders die lijden aan een allergie voor graaneiwitten, glutenintolerantie of coeliakie. Het zou dan ook niet verkeerd zijn om minder brood te eten en meer groenten! Eet ’s middags een maaltijdsalade van paprika, komkommer, sla en tomaat i.p.v. een broodmaaltijd. Of ruil je boterham eens in voor een handje noten of een stuk fruit.
5. Géén vezelrijke drankjes
Er zijn veel mensen die vruchtensappen drinken ter vervanging van fruit. Hoewel vruchtensap –net als fruit– vitamines levert, levert een hele vrucht zó veel meer dan dat. Het belangrijkste aspect: vezels! Een volledig stuk fruit levert veel meer voedingsvezels dan vruchtensap.
Nu zijn er steeds meet drankjes die worden volgestopt met één soort fabrieksmatig verkregen vezel zodat men “boordevol voedingsvezels” op de verpakking kan zetten. Maar dit soort synthetisch vervaardigde vezels heeft niet dezelfde eigenschappen als de vezels die van nature voorkomen in héél fruit. Hier geldt dus weer het verhaal over variatie en verschillende soorten vezels.
Tot slot
Het heeft geen zin om geforceerd grote hoeveelheden vezels te hamsteren; dit werkt juist averechts. Het draait erom dat je de vezels in je darmen regelmatig aanvult en met kleine beetjes tegelijkertijd ververst. Bovendien is het van cruciaal belang om veel verschillende vezels te eten. Wederom is een gematigd, gevarieerd en verantwoord eetpatroon de sleutel tot succes, ook als het aankomt op voedingsvezels.
Eet jij voldoende vezels? En zorg je ervoor dat je niet alleen vezelrijk, maar ook gevarieerd eet? Laat hieronder een reactie achter!