Aankomen & afvallen: Waarom je gewicht zo schommelt van dag tot dag

Iedereen die wel eens op dieet is geweest, en wie is dat nu niet, weet dat er behoorlijk veel verschil kan zitten tussen je gewicht van week tot week. Soms lijkt het alsof er niets is gebeurd terwijl jij je wel netjes aan het weekmenu of ander eetschema hebt gehouden. De volgende keer ben je ineens redelijk veel afgevallen terwijl je best veel hebt gesnoept.

Hoe komt dat toch?

Zelfs als je niet op dieet zou zijn, maar jezelf wel elke dag zou wegen op de weegschaal dan zou je tot dezelfde conclusie komen: je gewicht kan behoorlijk verschillen van dag tot dag. Voor deze schommeling in gewicht zijn drie hoofdredenen:

• Water/vocht reserves in je lichaam
• Glycogeen (suiker) voorraden
• Hoeveel voedsel je hebt gegeten

Vocht (water) reserves in je lichaam

Als je veel vocht verliest val je heel snel af, alleen het is geen vet, dus je hebt er eigenlijk niets aan. Misschien dat je een ochtend vrolijk bent omdat het lijkt alsof je bent afgevallen toen je eerder op de weegschaal stond.

Veel van het vocht dat we opgeslagen hebben in ons lichaam komt binnen via vast voedsel, niet alleen door de hoeveelheid water die we drinken. Als je op dieet gaat krijg je minder vast voedsel binnen, en dus ook veel minder vocht. Je lichaam gebruikt de reserves om de tekorten aan te vullen, en zo verlies je gewicht.

Op die manier kilo’s verliezen is snel en makkelijk, totdat de opgeslagen reserves ook op zijn. Je merkt dan direct dat je niet meer afvalt, ondanks het dieet dat je volgt.

Daarnaast kan ook het eten van te veel zout een boosdoener zijn.

Glycogeen reserves

Glycogeen – suiker – is een koolhydraat dat wordt opgeslagen in je lever en spieren. Je hebt normaal gesproken ongeveer een halve kilo glycogeen in je lichaam als reserve, samen met ongeveer anderhalf tot twee kilo water (glycogeen en water worden aan elkaar verbonden en op die manier opgeslagen in je lichaam).

Deze voorraad is simpelweg een korte termijn energievoorraad om je lichaam draaiende te houden, ook als je een tijdje niets eet. Wanneer je wel eet wordt deze voorraad aangevuld tot een normaal niveau.

Belangrijk om te weten: hoe strenger je dieet, hoe meer je lichaam is geneigd om de standaard voorraad te verhogen als je weer normaal eet! Je lichaam wil zo voorkomen dat je in de toekomst weer veel te weinig energie hebt.

Hoeveel voedsel je hebt gegeten

Denk bij deze hoeveelheid voedsel niet in calorieën maar in gewicht: je kunt jezelf volproppen met fruit en salades met maar een paar honderd calorieën, maar het gewicht blijft natuurlijk gewoon zichtbaar op de weegschaal.

Water, als extreem voorbeeld, heeft bijvoorbeeld 0 calorieën maar je ziet een liter water wel terug in je gewicht. Je bent dan ook ongeveer een kilo zwaarder geworden.

Hoe je wel goed kunt zien of je afgevallen bent

Er zijn een aantal manieren om beter te kunnen beoordelen of je afgevallen bent:

• Weeg jezelf eens per week en niet elke dag
• Weeg jezelf ’s ochtends voordat je hebt gegeten en gedronken
• Probeer zoveel mogelijk op lange termijn te denken en zo weinig mogelijk op korte termijn.

En misschien nog wel de belangrijkste tip van allemaal:
Beoordeel je vooruitgang op basis van hoe goed je kleding past, hoeveel energie je hebt en de goede gewoonten die je hebt aangeleerd, niet alleen op de cijfertjes van de weegschaal.

Gerelateerde artikelen:
Te snel afvallen en het jojo-effect: Waarom ze altijd samen gaan
Vocht of vet verliezen: dieet in de eerste weken wel echt succesvol?