Onderzoek, vaststelling & diagnose van oedeem

Health · Door Ilse

Soms is oedeem van buitenaf zichtbaar, waardoor de vochtophoping eenvoudigweg kan worden vastgesteld en gediagnosticeerd. Het kan echter ook zijn dat oedeem uitsluitend merkbaar is aan gewichtstoename (watergewicht), waardoor mensen hun vochtstapeling nog weleens aanzien voor vetstapeling of overgewicht (obesitas).

Oedeem-onderzoek

In zulke gevallen kan oedeem worden vastgesteld of uitgesloten middels onderzoek: een bloeddrukmeting, keuring van de nierfunctie, laboratoriumbepaling van de bloedcellen, urine-proefneming v.w.b. eiwitverlies, ontstekingscellen en antistoffen etc.

Als je oedeem vermoedt, kun je het beste contact opnemen met je huisarts, en hem/haar je vermoedens en/of zorgen meedelen. De arts zal:

  • Je klachten goed in beeld brengen d.m.v. een vraaggesprek (anamnese).
  • Inspecteren hoe het oedeemgebied er aan de buitenkant uitziet.
  • Palperen: voelen of er tastbare veranderingen/afwijkingen aanwezig zijn.
  • Volume van het oedeem meten als ijkpunt voor toekomstige afname of toename.
  • Aangedaan lichaamsdeel vergelijken met gezonde wederhelft.
  • Eventueel lichaamsgewicht & -lengte meten en noteren.
  • Eventueel een foto maken van het oedeemgebied.
  • Onderzoek doen naar eventuele bewegingsbeperkingen, pijnklachten, ademhalingsfunctie, kracht(verlies) en hoedanigheid van het uithoudingsvermogen.

Tip: Laat je goed informeren, want een onjuiste of uitblijvende diagnose van oedeem maakt effectieve behandeling onmogelijk.

Diepgaande & specialistische oedeemtests

In een later stadium van oedeem-onderzoek kunnen multidisciplinaire tests en laboratoriumonderzoeken worden uitgevoerd m.b.t. elektrolyten, schildklierfunctie, urinesamenstelling, functionaliteit van maag, darm, lever, hart etc. Denk maar eens aan urineonderzoek, levertest, stollingsonderzoek, ECG, MRI, RX thorax, duplex-analyse, lymfoscintigrafie e.a.

Maar ook vaatonderzoek, voedingsanalyses, een objectieve fysiotherapeutische beproeving (spierkrachtmeting + conditiemeting), inspectie door MDL-arts, hormonale monstering voor wat betreft oestrogenen, progesteron, schildklierwaarden, geslachtssteroïden etc.

Diagnose, anamnese en onderzoek i.v.m. oedeem is overigens sterk afhankelijk van de hoedanigheid en achtergrond. (bron)

Classificaties van oedeem

Hoe ernstiger het oedeem, des te meer tests er zullen worden uitgevoerd om de onderliggende oorzaak te achterhalen. Vooral als er sprake is van een verdacht, pijnlijk, belemmerend of beperkend oedeem. Oedeem kan o.a. worden ingedeeld naargelang type, oorzaak en aangedane locatie… Maar ook naar ernst of ontwikkelingsstadium. (bron) De verschillende stadia van oedeem volgens de ‘International Society of Lymphology’ (ISL) zijn als volgt…

Stadium 0

Subklinisch oedeem: geen zwelling zichtbaar, ondanks verminderd lymfetransport. Dit stadium kan maanden of zelfs jaren voortduren voordat lymfoedeem manifest oftewel waarneembaar wordt. (bron)

Stadium 1

Accumulatie c.q. toename van interstitieel vocht, hetgeen afneemt dankzij ‘hoogleggen’. In dit stadium kan het oedeem pitting zijn: als je in het door oedeem aangedane weefsel drukt, blijft er eventjes een oppervlakkig putje/kuiltje in achter.

Vroeg stadium 2

In het vroege tijdvak van oedeem in stadium twee vermindert het omhoog leggen van de aangetaste, oedemateuze ledematen nauwelijks nog de zwelling. Het oedeem is duidelijk pitting.

Laat stadium 2

Pitting is nóg duidelijk aanwezig door toedoen van fibrosevorming (ontstaan van vezelig bindweefsel) in het oedeem, maar wordt al duidelijk minder. De huid wordt stugger en verliest zijn souplesse en veerkracht.

Stadium 3

Het oedemateuze weefsel voelt hard/fibrotisch aan en pitting is vanwege de stugheid niet langer mogelijk. Er treden verregaandere huidveranderingen op, zoals verdikking, hyperpigmentatie, huidplooien, vetopslag, cholesterolproblemen en wratachtige woekeringen.

Een alternatieve classificering voor oedeem is de oedeemgraadmeter van dr. Herpertz (Herpertz Module) op basis van de verschillen tussen gezond en aangedaan weefsel qua oedeemvolumepercentages. Heb je bijvoorbeeld een oedemateuze arm, dan zal je door oedeem aangedane arm worden vergeleken met je gezonde arm. Bij een verschil van:

  • 0 tot 10%: gering oedeem of pre-oedeem
  • 10 tot 20%: matig oedeem
  • 20 tot 40%: sterk oedeem
  • 40 tot 80%: massief oedeem c.q. hyperoedeem
  • 80 tot 160%: elephantiasis-oedeem c.q. super-oedeem
  • > 160%: monstrueus oedeem

Bovengenoemde percentages worden berekend aan de hand van omtrekmetingen en een formule. (bron)

Samenstelling van oedeem

De samenstelling van oedeemvocht is afhankelijk van de oorzaak, hoedanigheid en vooral ook de locatie van de vochtzwelling. Het opgestapelde vocht kan gelijkenissen vertonen met allerhande lichaamssappen, waaronder bloed, wondvocht, speeksel, lymfevocht, moedermelk, hersenvocht, traanvocht, pleuravocht of glasvocht.

In het gunstigste geval bestaat oedeem grotendeels uit nuttige bestanddelen die de achterliggende oorzaak van het oedeem bestrijden. Er kunnen echter ook afvalstoffen in oedeemvocht zitten die het genezingsproces juist belemmeren. Dit is vaak het geval bij toxisch oedeem en soms bij oedeemblaren.

Bloederig oedeem, dus oedeem van een bloederige samenstelling, staat ook wel bekend als ‘hemorragisch oedeem’ oftewel ‘haemorrhagisch oedeem’.

Tot slot

De vaststelling van oedeem is volledig afhankelijk van de soort, ernst en onderliggende oorzaak van de vochtretentie. Veneus oedeem en lymfoedeem worden doorgaans gemakkelijk herkend, maar lipoedeem bij lange na niet altijd.

Is er bij jou in het verleden weleens de diagnose oedeem gesteld of heb je zelf het vermoeden dat er sprake zou kunnen zijn van overmatig vocht vasthouden? Deel hieronder jouw bevindingen!