Je hart bestaat uit 2 boezems (atria) en 2 kamers (ventrikels). Vanuit de rechterboezem wordt zuurstofarm bloed naar de rechterkamer gepompt en vervolgens in de longen van zuurstof voorzien. Daarna pompen de longen het zuurstofrijke bloed via de linkerboezem naar de linkerkamer. Tot slot pompt de linkerkamer pompt het zuurstofrijke bloed door je lichaam. Als dit proces goed verloopt, is je hartslag sterk, gelijkmatig en precies snel genoeg om je lichaam van voldoende zuurstof te voorzien.
Er zijn echter mensen wiens hartritme te zwak, ongelijkmatig, snel of langzaam is. Men spreekt dan van een hartritmestoornis. Kamerfibrilleren is een ritmestoornis waarbij de hartkamers ongewoon snel en ongelijkmatig samentrekken. Hieronder bespreken we de 4 belangrijkste oorzaken, symptomen en oplossingen bij kamerfibrilleren, ventrikel fibrillatie (VF) ofwel ventrikelfibrilleren…
Wat is kamerfibrilleren?
Bij kamerfibrilleren trekken de hartkamers ongelijkmatig en uitermate snel achtereen samen. Bij de mildere boezemvariant (boezemfibrilleren) blijft de vitale pompfunctie van het hart grotendeels in tact; bij kamerfibrilleren helaas niet… Bij kamerfibrilleren is sprake van een totaal chaotische kameractiviteit, waardoor onvoldoende zuurstofrijk bloed naar de weefsels en organen wordt gepompt. Kamerfibrilleren is dus veel en veel gevaarlijker dan boezemfibrilleren.
(Engelstalig filmpje waarin ventrikelfibrilleren wordt uitgelegd)
Binnen 10 seconden nadat het kamerfibrilleren inzet, verlies je het bewustzijn en ontstaat een hartstilstand en daarmee een stilstand van de bloedsomloop (circulatoire collaps). Binnen 5 minuten treedt onherstelbare hersenschade op door zuurstoftekort. Na 10 minuten overlijden de meeste mensen aan kamerfibrillatie, tenzij iemand de patiënt met succes weet te reanimeren. Kamerfibrillatie is –in tegenstelling tot boezemfibrillatie– dus een zeer ernstige, direct levensbedreigende aandoening. (bron)
Een ventrikelflutter, kamerflutter ofwel “ventrikel-fladderen” is meestal de voorloper van ventrikelfibrilleren. De aritmie en snelheid van de contracties zijn dan (nog) minder hevig.
1. Ventrikelfibrilleren door vernauwde kransslagader
Een mens heeft twee kransslagaders ofwel coronaire slagaders die de hartspier zelf van bloed voorzien. Als een kransslagader niet dicht, maar vernauwd is, kan dat leiden tot pijn op de borst en uiteindelijk tot kamerfibrilleren en een hartstilstand.
Een vernauwde kransslagader kan worden opgespoord middels een hartkatheter (hartkatheterisatie/ coronaire angiografie). Soms wordt de kransslagader verwijdt door het opblazen van een minuscuul ballonnetje; soms wordt een stent (buisje) geplaatst. Dit wordt ook wel “dotteren” genoemd.
2. Ventrikelfibrillatie vanwege een hartinfarct
Een dichte kransslagader leidt sowieso tot kamerfibrillatie en een hartinfarct. Het deel van de hartspier dat geen zuurstof meer krijgt, sterft af en werkt niet langer. Als een hartinfarct voldoende van het hart platlegt, ontstaat ventrikelfibrillatie en uiteindelijk een hartstilstand. Een haatinfarct kan overigens ook worden veroorzaakt door een te hoge bloeddruk oftewel hypertensie.
Bij een hartinfarct wordt doorgaans gedotterd om een hartstilstand te voorkomen. Daarnaast worden medicijnen (trombolytica) toegediend om bloedstolsels op te lossen.
3. Kamerfibrilleren door zuurstofgebrek
Bij langdurig zuurstofgebrek (hypoxie) zullen de hartkamers uiteindelijk gaan fibrilleren. Zuurstofgebrek kan o.a. optreden door verstikking (afdekking van mond en neus, verdrinking, verslikken e.a.), door longaandoeningen, door bloedziekten of door een ernstig ijzertekort.
Bij zuurstofgebrek dient de blokkering van zuurstof naar hart en longen logischerwijs te worden opgeheven. Soms dient de patiënt van extra zuurstof te worden voorzien middels mond-op-mondbeademing of een gasfles met zuurstof.
4. Ventrikelfibrilleren door foutieve reanimatie
Reanimatie wordt vaak door omstanders toegepast middels mond-op-mondbeademing en/of hartmassage. Hoewel je te allen tijde verplicht bent om mensen in levensgevaar te helpen, kan het nadelig zijn om maar wat aan te modderen. Onbekwaam maakt niet per se onbevoegd, maar je moet wel weten in welke situaties reanimatie dient te worden toegepast en hoe je zulke situaties herkent. Bewustzijnsverlies betekent immers niet per se een circulatiestilstand. Neem niet de plaats in van iemand die beduidend competenter is in reanimeren dan jijzelf. Is er iemand in de buurt met een EHBO-diploma of een reanimatiecertificaat, maak dan plaats voor diegene.
Hoewel her en der wordt beweerd dat nodeloos reanimeren geen kwaad kan, is dat niet helemaal waar. Als reanimatie onnodig of buitensporig hardhandig wordt toegepast, kan in extreme gevallen ventrikelfibrillatie ontstaan. Het reanimeren van ouderen leidt daarnaast menigmaal tot botbreuken. Reanimatie dient uitsluitend te worden toegepast in geval van circulatiestilstand; in dat geval zal iemand niet of niet naar behoren ademhalen. Een circulatiestilstand kan worden opgemerkt door te kijken naar de beweging van de borstkas, met de vingers te voelen aan de halsslagader of pols, te luisteren nabij de mond voor eventuele ademgeluiden en te voelen met je wang of er lucht wordt uitgeademd.
Artsen gebruiken doorgaans een Automatische Externe Defibrillator (AED) om te reanimeren. Dit is een apparaat dat middels zelfklevende elektroden een schok aan het hart toedient. De schok helpt het normale hartritme te herstellen na ventrikelfibrillatie, een hartinfarct of een hartstilstand. Als je geen idee hebt van wat te doen, bel dan direct 112.
Tot slot
Heb jij ervaring met de destructieve hartritmestoornis ventrikelfibrilleren? Laat hieronder je reactie achter en deel je verhaal met andere lezers. Ervaring maakt immers wijzer en wijsheid kan levens redden. Natuurlijk zijn overige reacties en opmerkingen m.b.t. ventrikelfibrilleren ook meer dan welkom.