TSH wordt aangemaakt in de hypofyse (hersenaanhangsel). TSH zorgt er met name voor dat je schildklier hormonen produceert. In geval van een goed functionerende schildklier geldt: hoe hoger je TSH-waarde, des te hoger de concentratie schildklierhormonen in je bloedbaan. TSH wordt daarom ook wel ‘schildklier-stimulerend hormoon’ genoemd. TSH staat daarnaast bekend als:
- Thyrotropine
- Thyroïd Stimulating Hormone (TSH)
- Thyreotrope hormonen
- Thyreoïdstimulerend hormoon
In dit artikel lees je alles over het verband tussen TSH-waarde & schildklier…
TSH-waarden & schildklier
Zonder TSH zal je schildklier geen schildklierhormonen aan je bloed afdragen. De TSH-waarde van je bloed is dan ook van cruciaal belang voor een goede schildklierwerking. Een overschot aan TSH zorgt er normaliter voor dat de schildklier meer hormonen in de bloedbaan brengt, maar het aflezen van de TSH ter indicatie van schildklierproblemen werkt eigenlijk precies omgekeerd. Als je schildklier te traag werkt, zal je hypofyse meer TSH aanmaken om de traag werkende schildklier aan te sporen. En als je schildklier te snel werkt, ziet de hypofyse minder reden om de schildklier aan te sporen, waardoor de TSH-productie wordt geremd. De TSH-waarde heeft dan ook de volgende betrekking op je schildklier:
- Een verhoogde TSH-waarde duidt op een te langzame schildklier.
- Een verlaagde TSH-waarde is een teken van een te snelle schildklier.
Een tekort of overschot aan TSH veroorzaakt dus niet per se een schildklierfunctiestoornis, maar is veeleer een indicator dat de schildklier te traag of te snel werkt.
TSH-waarde te hoog of te laag
TSH behoort tot de belangrijkste waarden voor je schildklier. Als je klachten hebt die wijzen op een schildklierafwijking, dan is het meten van de TSH-waarde dus een logische eerste stap. Als blijkt dat de TSH-waarde van je bloed te hoog of te laag is, dan is dat een duidelijk teken van een verstoorde schildklierfunctionaliteit. De TSH-waarde wordt altijd uitgedrukt in milli-eenheden per liter (mE/l).
- Te lage TSH-waarde = lager dan 0,4 mE/l
- TSH-normaalwaarde: tussen 0,4 en 4,0 mE/l
- Te hoge TSH-waarde = hoger dan 4,0 mE/l
Een TSH-waarde tussen 0,4 en 4,0 wordt door de moderne medische wetenschap als “normaal” beschouwd. Als eens TSH-meting een normale TSH-waarde aangeeft, dan functioneert je schildklier met 99% zekerheid “naar behoren”. Een TSH van 1 wordt veelal als een ideale TSH-waarde beschouwd.
Toch zijn er mensen met schildklierklachten wiens TSH-waarde goed is. In dat geval is doorgaans sprake van een hypofyse-afwijking of schildklierhormoonresistentie. In dat geval is het vrije T4 (FT4) doorgaans aan de lage kant.
Hypofyse-afwijkingen
Normaliter geldt voor de diagnosticering van schildklierproblemen: hoe hoger je TSH-waarde, des te passiever je schildklier; hoe lager je TSH-waarde, des te actiever je schildklier. Omgekeerd wordt de TSH-productie doorgaans geremd bij een hoog gehalte aan schildklierhormonen in je bloed. Daarnaast bestaan er echter ook nog hypofyse-afwijkingen waarbij het tegenovergestelde gebeurt. Als een defecte hypofyse te veel TSH produceert voor een gezonde schildklier, dan stijgt zowel de TSH als de hoeveelheid schildklierhormonen. En als een defecte hypofyse te weinig TSH produceert voor een gezonde schildklier, dan daalt zowel de TSH als de hoeveelheid schildklierhormonen. Een gelijktijdig verhoogde of verlaagde TSH en FT4 duidt dan ook veelal op een hypofyse-afwijking en niet op een primaire schildklierafwijking.
Hypopituïtarisme betekent een verminderde activiteit van de hypofyse die direct tot een tekort aan TSH kan leiden; hypopituïtarisme is meestal het gevolg van een hersentumor in of nabij het hersenaanhangsel of van onvoldoende bloedtoevoer naar deze endocriene klier. Een TSH-producerend hypofyse-adenoom kan juist weer voor een overschot aan TSH zorgen…
Overige schildklierwaarden (naast TSH)
Als je TSH afwijkt van de norm, KAN dat betekenen dat er iets aan je schildklier mankeert. Er zijn echter meer mogelijke oorzaken van een schommelend/fluctuerend TSH, waaronder medicijngebruik, zwangerschap en bepaalde gezondheidsaandoeningen. Hoe dan ook zal er bij een afwijkende TSH-waarde (dus onder de 0,4 mE/l of boven de 4,0 mE/l) meestal aanvullend schildklieronderzoek worden ingesteld. Dit zijn de schildklierwaarden waar in dat geval het vaakst naar wordt gekeken:
- TSH: 0,4 t/m 4,0 mE/l
- FT4 (vrij thyroxine): 9,0 t/m 23 pmol/l (voor zwangeren 6,5 t/m 13 pmol/l)
- FT3 (vrij triiodothyronine): 3,0 t/m 8,0 pmol/l
- T4/TT4 oftewel ’totaal T4′ (vrij + gebonden): +/- 55 t/m 160 nmol/l
- T3/TT3 oftewel ’totaal T3′ (vrij + gebonden) +/- 1,0 t/m 3,5 nmol/l
- FTI (vrij T4 index): 1,8 t/m 5,0 voor vrouwen; 1,3 t/m 4,2 voor mannen
- TRH (thyreotropinevrijmakend hormoon): 5 miljoen tot 25 miljoen IE/ml
- Tg (thyreoglobuline): 1,5 t/m 30 pmol/l
- Hars-T3-opneming (bindingscapaciteit van TBG): 25 t/m 35%
- rT3 (reverse T3), aan de hand van de T3/rT3-ratio (Free T3 ÷ RT3): > 20
- Anti-TPO (thyroïd-peroxidase antistoffen): < 60 IE/ml
- Anti-TSH-r (TSH-receptor antistoffen): minder dan < 1,0 IE/l
- Anti-Tg (thyreoglobuline antistoffen): < 280 IE/ml
- RAIU (radioactief jodium-opname): na 6 uur 3 t/m 16%; na 24 uur 8 t/m 25% (bron)
Bovenstaande schildklierwaarden zijn dus waarden waaraan je in het gunstigste geval voldoet. In eerste instantie is bij een afwijkende TSH vooral je FT4 (of totale T4) erg belangrijk. En daarnaast eventueel ook je FT3 (of totale T3) en eventuele schildklierantistoffen (anti-TSH, -TG en -TPO).
TSH bij reeds gediagnosticeerde schildklierpatiënten
Het verhaal hierboven gaat op voor mensen die géén verleden hebben met schildklierklachten en dus géén schildkliermedicijnen gebruiken. TSH is immers een indicator om schildklierproblemen te diagnosticeren. Als je reeds schildklierpatiënt bent en reeds schildkliermedicijnen gebruikt, dan wordt je TSH-waarde logischerwijs beïnvloed door zowel je schildklierafwijking als door je schildkliermedicatie. Als er door zulke factoren aan je TSH-waarde wordt ‘getrokken’, dan kun je er niet langer de conclusies aan verbinden die hierboven worden beschreven.
Het TSH-achtige hormoon HCG
Humaan choriongonadotrofine oftewel hCG, is een hormoon dat wordt aangemaakt tijdens de zwangerschap. Dit hormoon is onmisbaar voor de groei van een ongeboren kindje; zonder hCG kan een zwangerschap geen standhouden. TSH en hCG hebben structureel gezien nogal wat van elkaar weg, waardoor hCG enige affiniteit heeft voor de TSH-receptoren in de schildkliercellen, welke reageren op een tekort of overschot aan TSH. Zodoende kán het voorkomen dat bij een extreem hoge concentratie hCG in de bloedbaan de schildklier wordt gestimuleerd tot hormoonproductie, met een overschot aan schildklierhormonen (hyperthyreoïdie) tot gevolg. Vooral gedurende de eerste 3 maanden van de zwangerschap kunnen verlaagde TSH-waarden en verhoogde schildklierhormoonwaarden voorkomen, zelfs met ‘zwangerschapsthyreotoxicose’ tot gevolg. (bron + bron)
Tot slot
Je TSH kan worden gecontroleerd in je bloed; dit kun je bijvoorbeeld laten doen op verzoek van je huisarts of endocrinoloog bij een huisartsen laboratorium. Houd er rekening mee dat TSH net als alle andere hormonen een dagelijkse cyclus doormaakt; je TSH is ’s nachts het hoogst en in de loop van de middag het laagst. Prik TSH (en FT4) daarom altijd héél vroeg op de dag, telkens op dezelfde tijd, bij voorkeur nuchter en liefst nog voordat je je eventuele levothyroxine (Thyrax / Euthyrox) hebt ingenomen. En houd er rekening mee dat de inname van supplementen met biotine oftewel vitamine B8 ervoor kan zorgen dat een bloedwaardebepaling van TSH onbetrouwbaar wordt!
Met Thyrogen® (recombinant humaan TSH oftewel Thyrotropine Alfa) kan de TSH-waarde kunstmatig worden opgehoogd. Voor een optimaal functionerende schildklier moeten je TSH-waarden en schildklierhormonen in evenwicht zijn!
Heb jij last van je schildklier vanwege afwijkende TSH-waarden? Of heb je vragen m.b.t. de TSH-waarde van je bloed? Laat hieronder een reactie achter…