Schildklieronderzoek: het onderzoeken van de thyroid…

Body · Door Ilse

Heb jij het idee dat jouw schildklier te snel of te langzaam werkt? Dan kun je jouw arts vragen om je schildklier oftewel thyroid te onderzoeken. In dit artikel lees je hoe het testen van een schildklier in zijn werk gaat…

Schildklieronderzoek: de ingreep

Het testen of onderzoeken van de functie van de schildklier begint doorgaans met een bloedproef. Er wordt bloed afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de je arm. Met een holle naald wordt in de ader geprikt, waardoor bloed in een buisje wordt gezogen. Je bloed zal in een laboratorium worden geanalyseerd op afwijkingen van bepaalde graadmeters…

Graadmeters schildklieronderzoek

Er zijn allerlei stoffen in je bloed die kunnen wijzen op een te snelle of te trage werking van de schildklier. De belangrijkste graadmeters voor het testen van de schildklier zijn als volgt:

  • T4 (thyroxine): schildklierhormoon gebonden aan eiwit
  • T3 (triiodothyronine): schildklierhormoon gebonden aan eiwit
  • TSH: (thyrotropine): schildklier-stimulerend hormoon
  • fT4: ongebonden thyroxine (“vrij T4”)
  • fT3: ongebonden triiodothyronine (“vrij T3”)

T3, T4 en TSH zijn veruit de belangrijkste waarden die worden gemeten tijdens schildklier-onderzoek.

Schildklier testen op TSH

Schildklier-onderzoek begint meestal met het testen van de TSH-waarde. De werking van de schildklier wordt namelijk indirect geregeld door het hersenaanhangsel (hypofyse) en de tussenhersenen (thalamus & hypothalamus). Deze hersendelen zorgen ervoor dat er ’thyrotropine’ oftewel Thyroïd Stimulerend Hormoon (TSH) wordt afgegeven in de bloedbaan.

TSH stimuleert de schildklierfunctie. Normaliter geldt: hoe meer TSH er in het bloed zit, des te meer schildklierhormonen (T3 & T4) er worden afgegeven door de schildklier. Omgekeerd wordt bij een hoog gehalte aan schildklierhormoon minder TSH door de hypofyse afgegeven, waardoor een evenwicht tussen schildklierhormonen en TSH kan worden gehandhaafd. Mocht de schildklier echter niet goed werken, dan zal de TSH-waarde doorgaans afwijken… Bij een trage schildklier blijft de hypofyse tevergeefs TSH uitscheiden, waardoor de TSH-waarde opvallend hoog wordt… En bij een te snelle schildklier zal de hypofyse minder of geen noodzaak zien om de schildklier te stimuleren, waardoor de TSH-waarde opvallend laag wordt.

Als het TSH te hoog of te laag blijkt, dan is dat een duidelijk teken van een verstoorde schildklierfunctionaliteit. De meeste conclusies m.b.t. schildklier & schildklieronderzoek worden getrokken aan de hand van TSH en (vrij) T3 & T4.

Uitkomst schildkliertest

In de meeste gevallen worden enkel de waarden van TSH en vrij T4 gemeten. De mogelijke uitkomsten van schildklieronderzoek zien er dan als volgt uit.

  • TSH: hoog / vrij T4: normaal = ietwat trage schildklier
  • TSH: hoog / vrij T4: laag =  sterk vertraagde schildklier
  • TSH: laag / vrij T4: normaal = ietwat overactieve schildklier
  • TSH: laag / vrij T4: hoog of hoog-normaal = sterk versnelde schildklier
  • TSH: normaal of laag / vrij T4: laag = afwijking hypofyse

Verhoogd TSH = hoger dan 4,0 mE/L. Verlaagd TSH = lager dan 0,4 mE/L. Als eens schildkliertest een normale TSH-waarde aangeeft, dan betekent dat met 99% zekerheid dat de schildklier normaal functioneert.

Aanvullende schildkliertests

Bij schildklier-onderzoek zijn TSH, T4 en T3 veruit de belangrijkste graadmeters om een te snel of te langzaam werkende schildklier vast te stellen of uit te sluiten. Als de waarde van TSH en “vrij T” bij schildklieronderzoek goed blijkt te zijn, dan is een afwijkende schildklierwerking echter niet uitgesloten.

Daarom wordt het bloed bij een sterk en blijvend vermoeden van schildklierproblemen soms ook gecontroleerd op anders stoffen. Zo kan een schildklierafwijking worden herkend indien de volgende aspecten van het bloed bij een schildkliertest afwijken:

  • Anti-TSI: antistoffen die de TSH-receptoren stimuleren (Ig)
  • rT3: “reverse” oftewel “terugkerend” isomeer van T3
  • T2 (diiodothyronine): gedejodeerd schildklierhormoon
  • T1 (monoiodothyronine): gedejodeerd schildklierhormoon
  • Calcitonine: alternatief soort schildklierhormoon
  • Thyreoglobuline (Tg): schildklier-eiwit
  • TPO: schildklier-peroxidase (enzym)
  • Leukocyten: aantal witte bloedlichaampjes (“leuko’s”)
  • Myoglobine: hoeveelheid zuurstofbindend eiwit
  • BSE: bezinkingssnelheid van erytrocyten (“sedimentatie”)
  • Serumcholesterol: concentratie van bloedcholesterol
  • CPK: creatine-fosfokinase (enzym)
  • LDH: melkzuur-hydrogenase (enzym)
  • Macrocytische anemie: vergrote rode bloedcellen
  • Anti-TG: thyreoglobuline antistoffen
  • Anti-TPO: thyroïd-peroxidase antistoffen
  • Anti-TSH-R: TSH-receptor antistoffen van de IgG-klasse
  • Volledige bloedtelling

In sommige gevallen kan ook een meting van de lichaamstemperatuur onderdeel vormen van schildklier-onderzoek.

Schildklier: normaalwaarden, grenswaarden & referentiewaarden

Voor de verschillende schildklierwaarden zijn grenswaarden opgesteld. Er is vaak een onderste grenswaarde waar je niet onder mag zitten en altijd een bovenste grenswaarde waar je niet boven mag zitten. Hierbij de schildklierwaarden die door de meeste Nederlandse artsen en instanties worden gehanteerd: 

  • TSH: 0,4 – 4,0 mU/l
  • T4: 64,0 – 154,0 nmol/l
  • FT4: 8,0 – 26,0 pmol/l
  • T3: 1,2 – 3,4 nmol/l
  • FT3: 3,0 – 8,0 pmol/l
  • Anti-TPO: < 60,0 IE/ml
  • Anti-TG: < 280,0 IE/ml
  • Anti-TSH(R): < 1,0 IE/l

Val je binnen deze opperste en onderste schildklierwaarden, dan wordt dat als positief beschouwd. Het is echter niet zo dat er per definitie niks aan je schildklier mankeert als je net binnen de grenswaarden valt. Val je net op het randje, dan is dat meestal geen goed teken. In dit artikel over schildklierwaarden kun je eventueel meer lezen over schildklierparameters en schildklierindicatoren…

Tot slot

Bij vermoeden van ernstige schildklierafwijking kan – naast bloedtests – ook een schildklierscan (schildklier-scintigrafie) dienstdoen. Tevens kan een uptake-onderzoek, opname-onderzoek oftewel retentie-onderzoek nodig zijn. Hierbij wordt de schildklierfunctie gemeten met behulp van radioactief jodium (de zogenaamde “slok”). Laat schildklieronderzoek bij voorkeur uitvoeren door een ervaren internist-endocrinoloog.

Heb jij ervaring met schildklieronderzoek? Of heb je vragen over een bepaalde schildkliertest? Laat hieronder je reactie achter!