Je hart klopt om je weefsels en organen van zuurstofrijk bloed te voorzien. De kracht en efficiëntie van je hartslag zijn afhankelijk van je hartfrequentie (hoe vaak) en hartritme (hoe gelijkmatig). Als de frequentie en regelmaat van je hartslag optimaal zijn, voldoet je hart aan de zuurstofbehoefte van je lichaam. Zo niet, dan spreekt men van een geleidingsstoornis of ritmestoornis.
1. Hartslag & bloedsomloop
Je hart bestaat uit vier ruimtes: twee hartkamers en twee hartboezems. Bij iedere hartslag spelen zij de hoofdrol. In één hartslag worden achtereenvolgens de beide boezems en de beide kamers samengetrokken door het hartspierweefsel, waarna ze zich ontspannen. Hierdoor ontstaat de bloedsomloop. De bloedsomloop ziet er als volgt uit
- De rechterboezem trekt zuurstofrijk bloed uit het lichaam.
- Dit bloed wordt via de tricuspidalisklep in de rechterkamer gepompt.
- Vervolgens wordt het zuurstofarme bloed via de pulmonale klep naar de longen gepompt; de longen voorzien het bloed van zuurstof.
- Via de longader stroomt het nu zuurstofrijke bloed naar de linkerboezem.
- Vanuit de linkerboezem stroomt het zuurstofrijke bloed via de bicuspidalisklep naar de linkerkamer.
- Ten slotte stuwt de linkerkamer stuwt het zuurstofrijke bloed tot slot via de aortaklep naar de rest van het lichaam.
2. Prikkelgeleiding van je hart
De samentrekking en ontspanning van je hart ontstaat dankzij elektrische prikkels die normaliter door je hele hart lopen. De prikkelgeleiding ziet er als volgt uit:
- Bij een gezond hart ontstaan de prikkels in de SA-knoop (sinusknoop) in de achterwand van de rechterboezem.
- De SA-knoop geeft de prikkel via de rechterboezem door aan de AV-knoop die zich in het tussenschot (septum) tussen beide boezems bevindt
- Vanuit de SA-knoop gaar het signaal naar de bundel van HIS.
- De bundel van HIS vertakt in twee bundeltakken (linkerbundeltak en rechterbundeltak)
- Via de bundeltakken komt het signaal uiteindelijk bij respectievelijk de linkerkamer en de rechterkamer terecht.
(Engelstalig filmpje over de prikkelgeleiding van de hart-impuls)
3. Geleidingsstoornissen van je hart
Als de aanmaak en geleiding van de sinusprikkel optimaal verloopt, dan is je hartslag krachtig en gelijkmatig. Er kunnen echter problemen in de geleiding optreden; dit noemt men een geleidingsstoornis. De geleidingsstoornissen zijn:
- Sick Sinus Syndroom: Als de SA-knoop ofwel sinusknoop geen, niet voldoende of onregelmatig sinusprikkels afgeeft.
- AV-blok: als de sinusprikkel niet (optimaal of altijd) voorbij de AV-knoop komt.
- Bundeltakblok: Als de sinusprikkel niet (optimaal of altijd) voorbij een van beide bundeltakken komt.
Omdat het samentrekken en ontspannen van het hart, afhankelijk is van de prikkelgeleiding, ontstaat door toedoen van een geleidingsstoornis vaak ook een ritmestoornis.
4. Hartritmestoornissen behandelen
Als de geleiding van de sinusprikkel wordt verstoord, gaat er meestal iets mis met de hartslag, waardoor ook het hartritme wordt verstoord. Dit noemt men ook wel een hartritmestoornis. De verschillende hartritmestoornissen zijn:
- Tachycardie: je hart klopt te snel
- Bradycardie: je hart klopt te langzaam
- Boezemfibrilleren: je hartboezems kloppen chaotisch
- Kamerfibrilleren: je hartkamers kloppen chaotisch
- SADS (Sudden Arrhythmia Death Syndrome): plotseling overlijden door hartstilstand
Klik op een specifieke hartritmestoornis of geleidingsstoornis voor meer infor
Een hartritmestoornis kan in sommige gevallen worden behandeld met medicijnen (antiarrhythmica) of een pacemaker. In ernstige gevallen leidt een hartritmestoornis tot een hartstilstand; in dat geval is acute reanimatie van levensbelang.
5. ECG-afwijkingen van je hartslag
Bij vermoeden van een geleidingsstoornis of hartritmestoornis wordt doorgaans een hartfilmpje (ECG) gemaakt. Er zijn een aantal zeldzame hartritme-afwijkingen die worden afgeleid, puur uit afwijkende vormen op een ECG. De belangrijkste hiervan zijn:
- Torsade de Pointes (TdP)
- Lang QT Syndroom (LQTS)
Dit zijn levensgevaarlijke implicaties die zo spoedig mogelijk dienen te worden behandeld.
6. Voelbare onregelmatigheid van de hartslag
Sommigen ervaren zelf een onregelmatigheid van de hartslag. Meestal is dit volkomen onschuldig, maar soms duidt het op een hartritmestoornis of geleidingsstoornis. Voorbeelden van voelbare onregelmatigheden van je hartslag zijn:
- Palpitaties (hartkloppingen)
- Extrasystolen (overslaan van de hartslag)
- Hartbonzen (krachtige hartslag)
- Aritmie (onregelmatigheid)
- Hartruis (hoorbaar stromend bloed)
Let op: ga bij twijfel altijd naar je huisarts. Een hartritmestoornis is namelijk de belangrijkste doodsoorzaak binnen de Westerse wereld. (bron)
Tot slot
Heb jij ervaring, vragen of opmerkingen m.b.t. (de behandeling van) hartritmestoornissen? Laat a.u.b. hieronder een reactie achter of onder het artikel van de specifieke stoornis. Hartritmestoornissen en geleidingsstoornissen houden meestal verband met je hartslag en bloeddruk.