Gebeurt het jou ook weleens dat je met een enorme portie fruit thuiskomt van de supermarkt en vol verwachting in de weer gaat met het schillen en snijden… Maar dat een vrucht uiteindelijk onaangenaam zuur, bitter, droog, melig of zelfs smaakloos blijkt te zijn!? BAH! Maar hoe komt dat en hoe kun je er in het vervolg voor zorgen dat je zoete en rijpe fruitexemplaren uitkiest? Hieronder een aantal tips, trucs en adviezen…

Vruchtontwikkeling in het kort…

Voordat je fruit eet, moet het eerst volwassen oftewel “volgroeid” zijn. Bovendien moeten vruchten rijp zijn, anders smaken ze ronduit vies. De vruchtontwikkeling en rijping van fruit verloopt als volgt…

1. Bevruchting

Een bloem wordt bevrucht en ontwikkelt zaadknoppen. Zaadknoppen produceren cytokinine; dit groeihormoon bevordert de celdeling en de verspreiding van bouwstoffen en voedingsstoffen. Hierdoor zal de vrucht groeien c.q. groter worden c.q. toenemen in massa.

2. Groei

De vruchtzaden gaan uiteindelijk gibberellinezuur of auxine produceren, wat lijdt tot een spectaculaire groeispurt. De vruchten worden warm, redelijk vochtig en zitten na een tijdje boordevol essentiële nutriënten. Even later is het fruit volgroeid c.q. volwassen, maar de vrucht is nog zuur, melig, hard, groen en geurloos.

3. Rijping

Het fruit moet eerst nog rijpen; maar voordat de rijping begint moet de vrucht een signaaltje krijgen om rijpingsenzymen te gaan produceren. Dit rijpingssignaal ontstaat meestal onder invloed van vruchteigen gas (etheen/ethyleen). Dit gas wordt verspreid door vruchten en geïnhaleerd via de cel-ademhaling. Sommige vruchtensoorten krijgen pas een signaal om te gaan rijpen nadat ze zijn geplukt.

Weetje: Gassen van naburige vruchten versnellen het rijpingsproces van fruitsoorten; warmte eveneens.

Hoe gaat de rijping van vruchten in zijn werk?

De fruit-eigen rijpingsenzymen die worden geproduceerd onder invloed van fruiteigen rijpingsgassen zorgen ervoor dat complexe moleculaire samenstellingen worden afgebroken tot kleine sub-eenheden. Deze metamorfose zorgt ervoor dat fruit lekker wordt. Hierbij de belangrijkste veranderingen die fruit ondergaat onder invloed van rijping:

  • Fruit-eiwitten worden gehydrolyseerd tot losse aminozuren.
  • Het enzym ‘hydrolase’ verteert de groene plantenkleurstof chlorofyl (bladgroen) die is ontstaan onder invloed van zonlicht, waardoor veel rijp fruit zijn onrijpe, groene kleur verliest en o.a. rood, blauw, geel, paars of oranje van kleur wordt.
  • Het enzym ‘kinase’ breekt complexe zuren af zodat de pH-waarde van rijpe vruchten neutraler wordt.
  • Onrijpe vruchten bestaat bijna volledig uit zetmeel. Het enzym ‘amylase’ zet zetmeel om in suiker, waardoor fruit zoet en minder melig wordt.
  • De opgeloste suikers onttrekken extra vocht aan de lucht, waardoor fruit sappiger wordt.
  • Het enzym ‘pectinase’ maakt voedingsvezels (pectine e.a.) zachter, waardoor vruchtvlees een smeuïgere structuur krijgt.
  • Dankzij de rijpingsenzymen ontstaan er vervliegende eindproducten waardoor vruchten extreem geurig worden.

Onrijp fruit is niet te pruimen. Het is hard, bitter, melig en smaakloos. Voordat je een vrucht eet, moet ie dus rijp zijn!

Rijping van fruit: tot slot…

Onvolgroeid en onrijp fruit is bikkelhard, gortdroog, melig en smaakloos. Het is dan ook raadzaam om fruitsoorten op een slimme manier te selecteren. Hieronder kun je lezen hoe je de lekkerste (meest zoete, sappige, smaakvolle & volrijpe vruchten) uitkiest, koopt & verbouwt…

Er zijn sappige en kurkdroge sinaasappels. Er zijn vlezige en waterige aardbeien. Er zijn smaakvolle en smaakloze appels. Er zijn malse en melige banen. Er zijn smeuïge en bikkelharde peren. En er zijn zoete en zure bosbessen… De kwaliteit en smaak van fruit is niet alleen afhankelijk van de fruitsoort, maar vooral ook van de manier en waarop vruchten worden behandeld: geplant, geteeld, gevoed, geoogst, beschermd en bewaterd…

De 9 belangrijkste eigenschappen van vruchten

Dit zijn de belangrijkste eigenschappen van fruit:

1. Leefomstandigheden

Planten zijn levende organismen. Voor hun ontwikkeling zijn ze dan ook afhankelijk van zuurstof, water, voedingsstoffen, bouwstoffen, warmte en zonlicht. De kwaliteit van fruit is dan ook allereerst en bovenal afhankelijk van de omstandigheden waaronder een plant leeft; en bij uitstek diens leefomgeving (bodemsamenstelling, schaduwrijkheid, vochtgehalte etc.).

In de natuur ontwikkelen de eetbare, vlezige vruchten van een plant zich onder invloed van omgevingsfactoren, samenspel, ecosysteem, bodemeigenschappen, dag-nachtritme en wisseling der seizoenen. De omstandigheden waaronder een plant groeit zijn letterlijk terug te vinden in de vorm, structuur en smaak van een vrucht! “Wilde” planten die de tijd krijgen om te groeien zijn van nature weelderig en maken een natuurlijke cyclus door… Vruchten krijgen zodoende rijke smaken, worden immens qua omvang en bevatten talloze gezonde fytonutriënten.

De moderne, grootschalige land- & tuinbouw draagt daarentegen nauwelijks nog iets natuurlijks in zich en dit proef je écht!

2. Tijd, tijd, tijd

Voor de ontwikkeling van een plant is vooral tijd nodig, maar omdat tijd geld is, probeert de mens meer en meer tijd (en dus geld) te besparen. Planten moeten sneller groeien en hun ontwikkeling wordt daarom op kunstmatige wijze versneld. Alles draait om tempoverhoging, productievergroting en efficiëntieverhoging.

Alles wordt geautomatiseerd en groeiomstandigheden worden zodoende extreem eenzijdig. Planten worden onder glas of plastic gezet en chemisch bemest, bespoten, geprepareerd en besproeid. Dit gaat ten koste van de structuur, de textuur, de smaak, de samenstelling, de voedingsstoffen en bovendien de gezondheidsvoordelen van allerlei fruitsoorten.

Het lekkerste fruit komt doorgaans van een kleinschalige tuinder die zijn vruchten op ouderwetse wijze teelt en verbouwt. Zonder kas, zonder gif, zonder kunstmest; en in het gunstigste geval biodynamisch! Of verbouw je eigen vruchten!

3. Zonlicht

Planten zijn afhankelijk van de zon: licht, maar vooral ook warmte. Hoe hoger de temperatuur, des te sneller de rijping van een vrucht verloopt. Bij slecht weer ontstaan dan ook slechte oogsten en minder lekker fruit. Let wel: overmatige en intense hitte (>45°C) is juist slecht voor fruit!

Vooral warmte is enorm belangrijk voor planten, want warmte levert energie. Een plant bouwt onder invloed van zonlicht eerst massa op, waardoor ie groeit. Daarna gaat ie rijpen; dit houdt in dat de opgebouwde plantenstoffen op moleculair niveau worden verfijnd. Idealiter gezien ontstaan er bij deze rijping gewas-specifieke stoffen met een eigen, unieke geur, kleur en smaak.

Warme, droge lucht bevordert het rijpen van fruit enorm; zongerijpte vruchten zijn om die reden erg smaakvol. In kassen blijven de smaken van fruit doorgaans vrij algemeen en weinig uitgesproken c.q. karakteristiek. Ze hebben veelal een “bladkarakter”.

Al met al is zongerijpt fruit is in veruit de meeste gevallen dus veel lekkerder / smaakvoller dan kasfruit!

4. Rijpheid van fruit

Veel eetbare, vlezige fruitsoorten bevatten enzymen die ervoor zorgen dat de vruchten zelfs ná het plukken nog door blijven rijpen. Hierbij valt te denken aan bananen, meloenen en mango’s. Toch zijn veruit de meeste –zo niet alle–vruchten (appels, kersen, aardbeien, frambozen, bessen etc.) veruit het lekkerst als ze de tijd krijgen om áán de boom of moederplant tot rijpheid (of in ieder geval tot volwassenheid) te komen.

Omdat veel vruchten echter vanuit verre landen worden overgevlogen, is het noodzakelijk dat ze worden geoogst, ver voordat ze rijp zijn. Logisch, want als een vrucht al rijp is tijdens de pluk en het vervolgens nog een week duurt voordat ie in de supermarkt ligt, is ie immers overrijp (of zelfs rot) voordat ie kan worden verkocht. Vandaar dat veel importfruit amper volwassen is en zodoende niet bepaald smaakvol.

Rijpen is overigens een totaal ander proces dan groeien. Bij het rijpen is er geen sprake van massagroei, maar van ontwikkeling c.q. metamorfose op celniveau. Stoffen worden omgezet onder invloed van rijpingsenzymen, waardoor o.a. de chemische samenstelling, smaak, textuur en zoetheid veranderen. Groot, volwassen fruit is dus niet per definitie rijp. Rijp fruit herken je van buitenaf veeleer aan de kleur, geur en zachtheid ervan. Zo zijn harde aardbeien, groene bananen en geurloze sinaasappels niet rijp.

Tip: de beste vruchten behoren nagenoeg altijd tot het seizoensfruit dat geen verre reis heeft hoeven doormaken om op je bord te belanden.

5. Narijpen

Bij het telen en plukken worden vaak al grove blunders gemaakt die ten koste gaan van de kwaliteit van fruit. Deze “fouten” worden doorgaans gemaakt met het oog op productie-efficiëntie en omzet. Zo worden veel fruitsoorten onder slechte (geld-besparende) omstandigheden geteeld en bovendien veel te vroeg geoogst. Soms is er echter sprake van overmacht, bijvoorbeeld door insectenplagen of noodweer.

Fruit dat niet onder goede omstandigheden groeit en rijpt, wordt veelal op kunstmatige wijze “nagerijpt”. Dit fenomeen staat ook wel bekend als “noodrijp”. Onder invloed van (veelal synthetische, niet-vruchteigen) gassen, met name etheen oftewel ethyleen, worden vruchten –die doorgaans amper volwassen zijn– ertoe aangezet rijpingsenzymen te produceren. Het fruit wordt veelal opgesloten in een kleine ruimte met hoge concentraties aan rijpingsgassen. Vaak wordt dit fruit overrijp waardoor het gaat fermenteren.

Al met al is geforceerde noodrijp c.q. narijpen een (weinig aantrekkelijke) optie. Bovendien geldt: hoe jonger een vrucht, des te twijfelachtiger de narijping en des te slechter de smaak.

6. Zoetheid & suikergehalte

Tijdens de rijping van fruit wordt zetmeel (complexe koolhydraten) door rijpingsenzymen omgezet in suiker (simpele koolhydraten). Fruit wordt dus zoeter naarmate het rijpingsproces vordert. Onrijp fruit (dat nog veel zetmeel bevat) is overigens niet alleen zuur, maar heeft doorgaans ook een droge, melige en vezelige textuur. Fruit kan overigens ook zuur zijn als er van nature veel fruitzuren in aanwezig zijn. Denk maar eens aan bepaalde bessen, citrusvruchten en ananas.

7. Versheid

Als eetbaar, vlezig fruit overrijp wordt, gaat het fermenteren. Er ontstaan overtollige fruitsuikers die gaan gisten en uiteindelijk worden omgezet in alcohol. Fruit wordt een beetje weeïg van smaak en krijgt een kruidig of zelfs pittig karakter. Je kan ervan houden, maar de meeste mensen vinden overrijp fruit niet lekker. Fruit moet dus vers zijn en niet te lang hebben gelegen.

Hoewel ook ingemaakt, ingeblikt en ingevroren fruit niet vers is, kan het best wel lekker en gezond zijn. Er moet echter geen suiker of siroop aan worden toegevoegd (dus uitsluitend fruit-eigen suikers)! Bovendien is het van cruciaal belang dat het fruit van goede kwaliteit was tijdens het inmaakproces. Helaas worden voor fruit uit blik, pot of diepvriesdoos doorgaans niet de beste vruchten geselecteerd. Sterker nog: het zijn vaak de “afdankertjes”.

Tip: Als je zelf fruit inmaakt inblikt of invriest, kun je natuurlijk wél vruchten van optimale kwaliteit selecteren!

8. Vochtgehalte

Weleens een gortdroge sinaasappel geproefd? Hoewel water “maar” water is, zijn veel fruitsoorten totaal niet lekker als ze droog zijn. Veruit de meeste vruchten moeten het immers toch grotendeels hebben van hun sappigheid!? Bovendien is een droge vrucht meestal droog omdat er tijdens de rijpingsperiode onvoldoende fruitsuikers aanwezig waren om vocht te onttrekken aan de lucht. Meestal is droog fruit dus ook nog eens niet zoet, en soms zelfs volledig smaakloos.

Het vochtgehalte en de wateractiviteit van vruchtvlees is bepalend voor de smaakbeleving ervan en zeer sterk afhankelijk van het klimaat en de luchtvochtigheid waarin vruchten groeien en rijpen. Een boer, kweker, tuinder of teler heeft de aanwezigheid van water tot op zekere hoogte zelf in de hand (locatie, bewatering, beregening etc.).

9. Frisheid

Veel fruitsoorten zijn “fris” van smaak. Met de term ‘frisheid’ wordt meestal een combinatie van eigenschappen bedoeld. Allereerst ‘koel’ of ‘koud’ qua temperatuur, dus niet lauw of warm. Daarnaast een ‘prettige zuurheid’, dus voorzien van aangename, zuursige of zelfs bittere smaaknuances en citrusachtige ondertonen (fris voedsel is dus zuurhoudend en nooit ziltig of hartig). Maar ook ‘vers’, dus niet oud en/of overrijp. En tot slot ‘sappig’, dus rijk aan water c.q. vocht c.q. sap (en nimmer gedroogd).

Bepaald fruit is eetbaar en zelfs lekker zonder dat het “fris” is. Hierbij gaat het vooral om sterk zetmeel-houdende vruchten zoals bananen en om gedroogd fruit (dadels, vijgen, rozijnen, pruimen, abrikozen e.a.). Zetmeel heeft namelijk een bindende werking, waardoor het vruchtvlees inbindt en dus papperig is. Veruit de meeste vruchten zijn echter fris. De term fris is dan ook nagenoeg synoniem aan fruitig. (Bron: ‘Extraordinary Plant Qualities for Biodynamics’, ‘In Partnership with Nature‘ en ‘Awakening to Landscape’ van bioloog Jochen Bockemühl).

Hoe selecteer je zoete, sappige & rijpe vruchten?

Het is doorgaans erg lastig om vast te stellen of fruit lekker zal smaken voordat je het daadwerkelijk proeft en opeet. Als je fruit koopt, kun je immers niet afgaan op je smaakzin. Gelukkig kun je fruit doorgaans wél betasten en ruiken voordat je het koopt. Hierbij een aantal tips voor het selecteren & kopen van smaakvol, zoet en sappig fruit. En voor het verbouwen van vruchten in je eigen tuin…

1. Hardheid/zachtheid

Kies te allen tijde voor fruit dat niet te hard is, maar vooral ook niet te zacht. Bikkelhard fruit is doorgaans niet volgroeid, maar kan in sommige gevallen nog wel narijpen. Soft fruit is daarentegen overrijp en zal snel gaan gisten, fermenteren, schimmelen en/of rotten.

2. Ruik aan fruit!

Gebruik je reukzin. Lekker fruit heeft doorgaans een uitgesproken geur. Geurloos fruit is maar al te vaak ook smaakloos. En een belangrijke aanvulling: ‘kies kleur’. Vruchten met een twijfelachtige kleur zijn zelden rijp, zoet en smaakvol.

3. Gewicht spreekt boekdelen

Een vrucht moet zwaar zijn voor diens omvang; dit betekent namelijk dat er veel vocht c.q. sap in zit. Neem dus liever 1 zware, sappige appel dan 2 lichte, droge.

4. Laat je niet bedotten

Koop fruit op een plek waar je het zelf mag aanraken en uitzoeken; anders is de kans aanwezig dat je overrijp, rot of beschimmeld fruit meekrijgt. Sommige marktkoopmannen zullen immers eerder geneigd zijn om twijfelachtig fruit te verkopen dan weg te gooien.

5. Fruit opsluiten

Fruit rijpt onder invloed van rijpingsgassen. Als je fruit opsluit in een zak kunnen deze gassen niet vervliegen, waardoor het rijpingsproces wordt versneld. Dit trucje werkt vooral goed met middelgrote fruitsoorten (perziken, nectarines, peren e.a.). Sluit vruchten overigens niet te lang op, want dan gaan ze broeien.

6. Banaan ernaast!

Bananen produceren extreem véél rijpingsgassen die de ontwikkeling van rijpingsenzymen enorm versnellen. Vandaar dat bananen heel goed narijpen. Het “bananengas” eth(yl)een zorgt er zelfs voor dat nabijgelegen fruitsoorten rijpen. Je kunt onrijp fruit dan ook sneller laten rijpen door er een banaan naast te leggen of 2 dagen samen met een banaan op te sluiten.

7. Aardbei & watermeloen

Aardbeien moeten allereerst lekker ruiken en een intense geur verspreiden. Geurloze aardbeien zijn doorgaans ook smaakloos. Daarnaast moet een aardbei volledig rood zijn en geen wit, geel of groen vertonen. Een watermeloen moet zwaar aanvoelen en hol klinken als je erop klopt. Een rijpe meloen heeft bovendien een gele plek aan één kant: de zijde waarop ie heeft gelegen.

8. Appels & peren vergelijken

Appels moeten een diepe kleur hebben, dus nimmer dof. Ze moeten bovendien stevig zijn qua vruchtvlees en een natuurlijke glans vertonen. Peren worden doorgaans geplukt voordat ze rijp zijn; je kunt ze sneller laten narijpen in een papieren zak. Je kunt de rijpheid checken door aan het dunne deel (onder het steeltje) te voelen. Hoe zachter, hoe rijper. Laat gebutste peren altijd links liggen.

9. Citrusvruchten selecteren

Ga altijd voor zware sinaasappels! Lichtgewicht exemplaren zijn namelijk arm aan sap en soms zelf kurkdroog. Kies dus voor zwaargewichten met een stevige, gladde schil; de kleur maakt niet uit. Limoenen en citroenen moeten erg geurig zijn en nooit gerimpeld. Een grapefruit moet voorzien zijn van een dunne, gladde schil en ook weer zwaar zijn voor diens omvang. De vrucht moet stevig aanvoelen, maar de schil moet wel een tikkeltje meeveren.

10. Perzik, nectarine, abrikoos, pruim & vijg

Perziken en nectarines moeten een diepe kleur hebben en bovenal een intense geur. Abrikozen moeten extreme geurig zijn; een beetje zacht, maar zeker niet papperig. Pruimen mogen een witte tot grijzige glans hebben. Kies voor stevige (geen keiharde) exemplaren met een diepe kleur. Vijgen moeten zacht zijn met een intact en gebogen steeltje. Een deukje is niet erg, maar vermijd droge en gespleten exemplaren. (bron)

11. Banaan uitkiezen

Neem felgele bananen (al dan niet met bruine spikkels) om direct op te eten of groene bananen om thuis te laten narijpen. Laat gespleten gebutste en bruine bananen liever links liggen. Tenzij het pisangs of bakbananen zijn.

12. Bosbessen kopen

Blauwe bessen c.q. bosbessen moeten blauw, blauwpaars of vrijwel zwart van kleur zijn en nimmer rood, roodpaars of groenig. Een witte glans is prima. Rammel altijd even met het bakje om te zien of er geen beschimmelde exemplaren onderop liggen.

13. Kersen plukken & uitzoeken

Kersen moeten een extreem diepe, donkere kleur hebben (roodpaars, wijnrood of vrijwel zwart). Kies voor dikke, vlezige en glanzende exemplaren; bij voorkeur met de steeltjes er nog aan.

14. Eigenschappen van mango & ananas

Kies voor een mango die enigszins zacht is en geurig nabij de steel. Ook een ananas moet lekker ruiken en de bladeren moeten fris ogen. Mijd vruchten met zachte plekken en bruine bladeren.

15. Kiwi (groen & geel)

Kiwi’s (zowel groen als Zespri Gold) moeten een ietsepietsie meeveren als je erop duwt en nooit bikkelhard of papperig aanvoelen.

16. Druiven beoordelen

Zoek stevige, bolle druiven uit die zwaar zijn voor hun omvang.

17. Goed informeren

Als je je eigen fruit verbouwt, kun je het beste voor iedere afzonderlijke fruitsoort voldoende informatie inwinnen wat betreft ideale zonintensiteit, voedingsbodem, bemesting, bewatering, zaaitijd, oogsttijd, groeitijd, rijpingstijd etc.

18. Heb geduld

Geef vruchten de tijd om tot wasdom en rijpheid te komen. Zoek bovendien op of een specifieke fruitsoort aan de plant of boom rijpt of pas na de pluk.

19. Gifgebruik bij vruchten

Bescherm jouw fruit met biologische insecten-werende middelen en niet met synthetische landbouwgiffen (insecticiden/pesticiden). Deze gifstoffen zijn namelijk niet goed voor je gezondheid, zelfs niet als ze “biologisch afbreekbaar” zijn. Ook nuttige, bestuivende insecten (bijen e.a.) zullen er veelal door sterven.

20. Bladeren verwijderen

Verwijder zo nodig enkele bladeren van planten, zodat de vruchten worden blootgesteld aan voldoende zonlicht. Dit kan de groei en rijping van fruit flink bespoedigen.

21. Avocado inschatten

avocado’s moeten in het smalle gedeelte boterzacht zijn als je ze dezelfde dag nog nodig hebt voor je salade.

Tot slot

Lekker, zoet, vers, fris, rijp en smaakvol fruit is zongerijpt, heeft voldoende tijd gekregen om te rijpen en is bij voorkeur biodynamisch verbouwd. De tuinder heeft aandacht geschonken aan zijn vruchten: de voedingsbodem geoptimaliseerd, de luchtvochtigheid onder controle gehouden enzovoort. Dit gebeurt eigenlijk alleen nog maar indien fruit op kleine schaal wordt verbouwd. Fruit van massaproductie is dan ook 9 van de 10 keer minder lekker.

Heb je vragen, tips of suggesties m.b.t. fruitsoorten? Welke vruchten vind jij het lekkerst? En waar let je op als je deze vruchten selecteert en koopt? Waar koop jij je fruit? En waar let je op bij de aanschaf van fruitsoorten? Of verbouw je je eigen vruchten? Deel jouw opvattingen m.b.t. fruit in een reactie hieronder!

Fruitsalade – Dé manier om aan je dagelijkse portie fruit te komen

Als het op fruit aankomt probeer ik regelmatig af te wisselen. Ik vind de meeste fruitsoorten namelijk lekker, maar ze beginnen me nogal snel te vervelen. Bananen, appels, peren, mandarijnen, sinaasappels en al die andere populaire fruitsoorten kunnen me een tijdje behagen, maar daarna wil ik weer eens wat anders. De laatste tijd ben ik zo vaak aan het switchen geweest dat ik op een gegeven moment geen enkele fruitsoort meer écht lekker vond.

Zelfgemaakte fruitsalades

Enkele maanden geleden vond ik een zeer voordehandliggende, maar ook zeer smakelijke oplossing… namelijk fruitsalades. En dan niet kant-en-klaar, maar zelfgemaakt. Natuurlijk is vers fruit relatief prijzig, maar voor mijn gezondheid wil ik best een paar eurotjes neertellen. Een zelfgemaakte fruitsalade is overigens stukken goedkoper dan wanneer je deze kant-en-klaar in de supermarkt koopt, en je kunt hem zo duur maken als je zelf wilt.

Fruitsalade – Ingrediënten

Je koopt gewoon een mandje vol fruit. Zorg wel dat de fruitsoorten een beetje samengaan. Bloedsinaasappel met citroen, limoen en grapefruit was voor mij in ieder geval geen succes. Je snijdt het fruit in blokjes, doet het in een grote schaal die je luchtdicht kunt afsluiten en het blijft een klein weekje goed. Ook de bekers ‘Zomerfruit’ – op sap, dus niet op siroop – van dat hele bekende potjes- en blikjesmerk zijn lekker als onderdeel van je fruitsalade. Deze hoef je niet te snijden en je hebt meteen wat extra fruitsap voor in je salade. Bosbessen en aardbeien uit de vriezer zagen er nogal verlept uit.

Fruitsalade – Voorbeeldjes

Voorbeelden van fruitcombinaties voor in een fruitsalade die mij goed bevielen zijn:

Bosvruchten fruitsalade
• Aardbeien
• Blauwe bessen
• Bramen

Grote fruitsalade
• Ananas (evt. uit blik op sap)
• Appel
• Banaan
• Sinaasappel of mandarijn
• Kiwi
• Perzik (evt. uit beker op sap)

Meloen fruitsalade
• Watermeloen
• Galeameloen
• Honingmeloen

Fruitsalade – Overige fruitsoorten

Fruitsoorten die ook in Nederlandse supermarkten te krijgen zijn en lekker kunnen zijn in een fruitsalade zijn:
• Bloedsinaasappel
• Avocado
• Frambozen
• Kersen
• Lychees
• Mango
• Nectarine
• Peer
• Pruimen
• Abrikozen
• Bosbessen
• Grapefruit

Fruitsalade – Conclusie

Voor mij werkt dit concept nu al enkele maanden. Naar mijn mening biedt het afwisselen binnen een fruitsalade onwijs veel mogelijkheden. Het stimuleert veel beter om nu eens een appel en dan eens een banaan eten. Het is overigens niet alleen lekker, maar ook nog eens leuk om een fruitsalade te maken. Het fungeert uitstekend als toetje en als je een half uurtje hebt gesneden, ben je voor een hele week zoet.

4 Reacties

  1. Eindelijk iets gevonden waarom fruit nou zoeter wordt wanneer het rijp wordt. Had ik nodig voor mijn verslag biologie, dankjewel!!!

  2. Hallo! Ik heb witte druiven in de winkel gekocht, maar ze zijn kei hard, nu ben ik er achter gekomen dat ze nog niet rijp zijn, hoe kan ik ze verder laten rijpen? Groetjes!

    • Druiven worden malser tijdens het rijpen, maar hun lekker(der)e smaak krijgen ze hier niet meer door. Je kunt druiven laten ‘narijpen’ door ze samen met een volrijpe tot overrijpe banaan op te sluiten in een zak. In principe zijn druiven niet-climacterische vruchten, maar ze kunnen desalniettemin reageren op ethyleen. Een druif heeft dus geen ethyleen nodig om te rijpen, maar dankzij het ethyleen uit de banaan ontstaat een soort van kunstmatig –of eigenlijk veeleer gekunsteld–‘schijn-climacterium’.

Plaats een reactie

Je reactie wordt voor publicatie gekeurd door de redactie en dient te voldoen aan de regels voor reacties.